[nl] Achtergrond: IDB schrijft over ICT op scholen “Waarom overheden hun huiswerk moeten doen”

De Inter-American Development Bank (IDB) *) heeft een boek over “Development connections; unveiling the impact of new information technologies” uitgegeven. Het bevat onder meer een hoofdstuk (42 blz.) over ICT in Scholen met als ondertitel “Waarom overheden hun huiswerk moeten doen” **). IDB beschouwt de uitgave in de reeks “Development in the Americas” als haar “flagship publication”. Alberto Chong voerde de redactie, uitgever is IDB,  Palgrave / Macmillan, 2011.


Book cover

De auteurs hebben tal van projectevaluaties bestudeerd, bij voorkeur die waarbij met controlegroepen gewerkt is. De projecten hadden betrekking op onderwijs, instituties, gezondheidszorg, milieu, bedrijven & arbeid en bankwezen. Doorgaans bleek bij een flink aantal projecten de ict-component zeer positief gewerkt te hebben. Alleen bij onderwijs en milieu was dat veel minder duidelijk.

Een hoofdconclusie is dat ICT potentiëel zeer bruikbaar, maar geen tovermiddel is. De verwachtingen moeten niet te hooggespannen zijn, anders leidt dat maar tot teleurstellingen en vervolgens tot het onbenut laten van de mogelijkheden die ict wél heeft.

We focussen hier verder op het hoofdstuk dat over ict op scholen gaat (42 blz.); waarom overheden hun huiswerk moeten doen.

ICT op school

Over het algemeen doen kinderen het in Latijns-Amerikaanse en Caribische landen slechter op school dan in landen elders met een vergelijkbaar GDPpc. Nieuwe technologieën die al een tijd bestaan, zoals calculators, radio, tv en telefoon, hebben bovendien het onderwijs niet radikaal veranderd. Waarom zouden computers en telecommunicatie dat nu wél moeten doen. Het antwoord is kort samengevat: er is hoop, maar er moet nog heel wat gebeuren.

De ontwikkeling van ICT in het onderwijs loopt in verschillende Latijns-Amerikaanse landen volgens ongeveer dezelfde stadia:

  • Invoeren van een computer lab (computer-lokaal);
  • Aansluiten van het computer lab op het internet;
  • Trainen van docenten en toepassen in het onderwijs;
  • Opzetten van een website voor educatief gebruik;
  • Uitvoeren van pilots met één computer per leerling.

De (grote) verschillen tussen landen zitten in het moment waarop ze deze ontwikkeling gestart zijn en het gevolgde tijdpad. Zo begon Costa Rica al in 1987 met het inrichten van computer labs, Nicaragua pas in 2004.

De auteurs benadrukken dat de Total Cost of Ownership (TCO) van computers op school belangrijker is dan de aanschafprijs van de hardware. In het begrip TCO zitten naast aanschaf van hardware, ook software, teacher training, internet, en de jaarlijkse terugkerende kosten. Uiteraard lopen prijzen en condities van land tot land enorm uiteen. Maar ook een regionaal gemiddelde leidt al tot interessante inzichten. De TCO van het een-op-een goedkope laptops verstrekken bedraagt USD 94. Wordt daarbij gebruik gemaakt van speciaal ontwikkelde software en intensieve teacher training dan loopt de TCO op tot USD 217. Blijft de ICT-inzet beperkt tot een computer lab waarvan iedere student twee uur per week gebruik maakt, dan bedraagt de TCO slechts USD 23.

Enkele bevindingen:

  • Het aantal computers op een school zegt niet zo veel. Beter is het om het aantal minuten dat ze wekelijks per leerling beschikbaar zijn aan te geven. Nog beter is het om te letten op het feitelijk gebruik: hoe vaak en waarvoor.
  • De claim dat ICT in het onderwijs de leerlingen gemotiveerder maakt en dus leidt tot beter leren en minder dropouts kan nog niet voldoende worden aangetoond. Soms zijn ook negatieve effecten gesignaleerd (minder interesse voor huiswerk en meer voor “computeren”).
  • Inzetten van ICT om leerlingen computerskills bij te brengen en daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, schijnt te werken, al is niet duidelijk hoe de auteurs dit hebben vastgesteld.
  • Inzetten van ICT om het leerproces efficiënter te laten verlopen, zien de auteurs vooral als het aanbieden van Computer-Assisted Instruction. Bij taal en rekenen/wiskunde leidt dit inderdaad tot aanzienlijke verbeteringen.

Huiswerk

De auteurs komen tot de volgende aanbevelingen:

  • Experimenteer en evalueer;
  • Breid interventies geleidelijk uit (liever kleine stappen, dan grote sprongen voorwaarts);
  • Neem alle noodzakelijke inputs in de plannen en begrotingen op; dus niet alleen apparatuur, maar ook leermiddelen (software), deskundige begeleiding, enz.
  • Focus de huidige computertoegang op toepassingen die effectief zijn: polijsten van de ICT skills en verder gaan met Computer Assisted Instruction;
  • Definieer beleid in termen van gebruik en niet in termen van toegankelijkheid;
  • Zorg dat laptops voor thuis, daar op de juiste wijze gebruikt worden;
  • Realiseer je dat grootschalige interventies de relatieve meerwaarde van investeringen in software doen toenemen; in andere woorden: software aanpassingen die leiden tot betere leerresultaten zijn duur; als je ze eenmaal hebt gerealiseerd, kun je ze vrijwel zonder extra kosten onbeperkt toepassen; de kosten per gebruiker dalen daardoor en de meerwaarde stijgt;
  • Benut ict ook om de voortgang en resultaten van je programma’s te monitoren;
  • Stimuleer de samenwerking tussen verschillende landen bij het ontwikkelen van publieke goederen en diensten.

Opinie

Wat ons opviel:

  • De auteurs maken geen melding van (onderzoek naar) efficiency-verbeteringen door ICT in te zetten voor tijd- en plaats-onafhankelijk leren, afstandsleren.
  • De auteurs maken ook geen melding van (onderzoek naar) de effecten van laptops-mee-naar-huis op de ontwikkeling van gezinsleden (ouders!).
  • De auteurs hebben een economische kijk op ICT en onderwijs. Zij zien de computer als één van de ingrediënten die de leerkracht in kan zetten bij het produceren van onderwijs. Daardoor hebben zij minder oog voor de nieuwe didactische mogelijkheden van ICT, zoals samenwerkend leren (ook asynchroon, op afstand en met anderen dan de eigen groep), leren via gaming/simulation enz.
  • De auteurs werken met data over tal van Latijns-Amerikaanse en Caribische landen. Data over Suriname ontbreken.

Al met al een interessant bieden de auteurs een waardevol overzicht over ICT in scholen. Alleen al daarom is de publicatie o.i. een aanwinst.

*) Dit artikel is eerder verschenen in de ECOIS-Nieuwsbrief van februari 2012; auteur: Pieter van der Hijden m.m.v. Marco Ligtvoet en Lucenda Plet. Ecois staat voor Expertisecentrum Onderwijs & ICT Suriname, www.ecoisonline.org.
**) Het besproken hoofdstuk is gratis te downloaden via http://bit.ly/RScaFp.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: