*) Terwijl in Nederland de bevolking via televisiespotjes opgeroepen wordt om geld te geven voor de honger in Bénin, bouwt Project Songhaï daar aan een toekomst voor het Afrikaanse platteland.
De landbouwsector is nog steeds van groot belang voor Afrika. Toch kunnen kleine familiebedrijfjes daar niet van bestaan. Gevolg is dat steeds meer mensen hun heil in de steden zoeken en het platteland arm, leeg en nauwelijks producerend achterblijft. Tegelijkertijd worden de steden ook niet beter van steeds meer toestroom van mensen met weinig opleiding op zoek naar huisvesting en werk.
Pater Godfrey Nzamujo, een Nigeriaan met meerdere master degrees en PhD’s, probeert het kleine boerenbedrijf duurzamer en meer lonend te maken. Daardoor wordt het aantrekkelijker om op het platteland te blijven wonen én help je de landbouwproductie op een hoger peil te brengen. In zijn eigen land Nigeria liep hij vast tegen de bureaucratie, maar in het kleinere Bénin, een vroegere Franse kolonie, kon hij aan de slag. Hij stichtte er Project Songhaï met als motto “Africa stands up!”.
Project Songhaï in de stad Porto-Novo (nieuw Porto), is een productie-, educatie- en innovatiecentrum op het gebied van landbouw, veeteelt en visserij.
Foto – Een groot publicatiebord maakt de kringloopprocessen inzichtelijk
Centraal bij het werk van Songhaï staat het principe dat armoede alleen te bestrijden is door de armen productief te maken. Songhaï is daarom een opleidingsinstituut dat jonge agrarische professionals en kleine ondernemers voortbrengt. Leren vindt op drie niveau’s plaats: agrarische productieprocessen, de innovatie van deze processen en de innovatie van de marketing van de producten. De ecosystemen landbouw, veeteelt en visserij zijn met elkaar verbonden. Mest van het vee vormt bijvoorbeeld de voedingsbodem voor de wormen die aan de vissen gevoerd worden. Behalve plantages, stallen en visvijvers heeft Songhaï ook nog gastenverblijven, een conferentieruimte (open lucht), een computer lab, tevens Cybercafé, én een Fab Lab, een werkplaats voor digitale fabricage. Uiteraard kan de hele omgeving ook gebruik van deze voorzieningen maken.
Eigenlijk doorloopt Songhaï in een record tempo drie industriële revoluties op een rij. Allereerst de mechanisering die ervoor zorgt dat de landbouw, veeteelt en visserij veel minder menskracht kost. Vervolgens de rationalisering, niet in de vorm van een lopende band, maar in de vorm van slim op elkaar aansluitende deelprocessen. De mest van de kippen vormt bijvoorbeeld de voedingsbodem voor de wormen waarmee de vissen gevoerd worden. Alles sluit op een slimme manier op elkaar aan. De derde revolutie heeft te maken met de inzet van ict zowel bij het produceren als bij het vermarkten van de producten. Ingrediënten daarbij zijn de enorme verspreiding van mobiele telefonie in Afrika en de slimme toepassingen die er bijv. op basis van SMS-diensten bestaan, de aanwezigheid van een Fab Lab voor het digitaal produceren van prototypes, gietvormen en kleine series materiële producten die nodig zijn in het project, de terugkeer naar kleinere productiecentra, en de wereldwijde kennisuitwisseling en samenwerking met gelijkgezinden die middels ict mogelijk wordt.
Leren, produceren, innoveren en vermarkten, ict, e-learning en Fab Lab; het komt er allemaal tezamen in Project Songhaï in Benin. Een voorbeeldproject voor andere ontwikkelingslanden en een herwaardering van de agrarische sector. De Songhaï-formule is intussen in verschillende Afrikaanse landen gekopiëerd.
Foto: Cyrille Ogouchina (IT-manager) en “Founding Father” Godfrey Nzamujo bij een 3D-printer in het Fab Lab van Songhaï
Zie ook: http://www.songhai.org.
*) Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in de ECOIS-Nieuwsbrief van juni 2012; auteur: Pieter van der Hijden m.m.v. Marco Ligtvoet en Lucenda Plet. Ecois staat voor Expertisecentrum Onderwijs & ICT Suriname, www.ecoisonline.org.